Naam: Marten Asmodom Vilijn (Tom Marvolo Riddle)
Bijnaam: Heer Voldemort, de Heer van het Duister, Jeweetwel, Hij-die-niet-genoemd-mag-worden.
Geboren: Ongeveer 1926
Afdeling: Zwadderich
De echte naam van Voldemort is Marten Asmodom Vilijn. De naam Marten heeft hij gekregen van zijn Dreuzelvader, evenals de naam Vilijn. De naam komt van zijn grootvader. Marten is een halfbloed, want zijn moeder was een heks. Zij overleed in het kraambed en vertelde nog net op tijd dat de pasgeboren baby Marten Asmodom Vilijn zou heten. Omdat Martens vader toen onbekend was, is Marten opgegroeid in een weeshuis.
Toen Marten 11 jaar oud was, kwam Albus Perkamentus naar het weeshuis om hem te
vertellen dat hij een tovenaar was. Marten wist dit al, hij had al eerder ontdekt over magische krachten te beschikken. Omdat zijn moeder de school niet zou kunnen betalen, kreeg Marten een speciale beurs voor Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus.
In 1938 begon Marten aan zijn eerste jaar op Zweinstein. Hij werd ingedeeld in Zwadderich en al snel ontdekten de leraren dat hij een zeer talentvolle tovenaar was. In zijn tijd op Zweinstein is hij Klassenoudste geweest en later ook Hoofdmonitor.
In zijn vijfde jaar op Zweinstein ontdekte Marten de Geheime Kamer, en zo ook de Basilisk. Hij kwam er zo achter dat hij de laatste afstammeling was van Zalazar Zwadderich was en dus zijn erfgenaam. Op het moment dat de Basilisk een Modderbloedje had vermoord, dreigde de school gesloten te worden. Marten wilde niet terug naar het weeshuis en zorgde er dus voor dat dit niet meer gebeurde.
Marten wilde echter dat zijn werk voltooid zou worden en stopte een deel van zijn ziel in een dagboek. Later zou dit dagboek door Ginny Wemel gelezen worden en zou het moorden van de Basilisk weer beginnen.
Nog voor Marten klaar was op Zweinstein, bracht hij zijn vader een bezoek. Hij vermoordde hem en zijn grootouders. Later ging hij naar zijn oom Morfin Gaunt (nog geen Nederlandse naam bekend) en zorgde ervoor dat hij de schuld kreeg van de moord op de Vilijnen. Ook stal hij hier de ring van Zalazar Zwadderich.
Marten had een hekel aan zijn Dreuzelvader en dus ook aan zijn naam. Hij wilde een naam die iedere tovenaar zou doen vrezen, vandaar dat hij een anagram van zijn naam maakte:
MARTEN ASMODOM VILIJN = MIJN NAAM IS VOLDEMORT
Voldemort laat zich helpen door zijn dienaars, de Dooddoeners. Zij spreken hem aan met Heer Voldemort. De rest van de tovenaars durft zijn naam niet meer uit te spreken en noemen hem Jeweetwel of Hij-die-niet-genoemd-mag-worden.
Na zijn opleiding op Zweinstein, solliciteert Voldemort naar de baan als leraar Verweer Tegen Zwarte Kunsten op dezelfde school. Hij wordt afgewezen en gaat dan . werken bij Odius & Oorlof, een winkel in duistere spullen aan de Verdonkeremaansteeg. Daar weet hij de kelk van Helga Huffelpuf en het medaillon van Zwadderich te bemachtigen. Na een paar jaar neemt hij ontslag en begint aan zijn reis over de wereld. Doel van de reis: zichzelf verder bekwamen in de Duistere Kunsten.
Bij zijn terugkomst in de jaren 70 solliciteert Voldemort nog een keer naar de baan van leraar VTZK. Perkamentus wijst hem opnieuw af. Vanaf dat dat moment hult hij de wereld in een sluier van angst. Hij krijgt hierbij hulp van zijn Dooddoeners, door voor hem moorden en martelen.
In deze tijd spreekt Sybilla Zwamdrift een profetie uit.
Hij die de macht heeft om de Heer van het Duister te overwinnen nadert… het kind van hen die hem driemaal hebben getrotseerd, geboren aan het einde van de zevende maand… de Heer van het Duister zal hem aanmerken als zijn gelijke, maar hij zal een kracht bezitten die de Heer van het Duister niet kent… en een van de twee moet sterven door toedoen van de ander, want de een kan niet voortleven als de ander niet dood is… hij die de macht heeft om de Heer van het Duister te overwinnen wordt geboren aan het einde van de zevende maand…
Voldemort hoorde echter alleen maar het einde van de profetie en probeerde toen Harry te vermoorden. Dit lukte hem niet, omdat Harry beschermd werd door de liefde van zijn moeder. Voldemort zelf werd toen weer zwak en was nog maar een schim van wat hij ooit was.
Voldemort leeft verder zonder lichaam. Hij woont o.a. in de bossen van Albanië en houdt zich in leven met eenhoornbloed. Geen van zijn trouwe Dooddoeners is bereid hem te zoeken en te helpen. Voldemort komt in 1990 Professor Krinkel tegen. Deze weet hij te overtuigen van zijn idealen en zo neemt hij bezig van diens lichaam. Hij probeert Krinkel de Steen der Wijzen te laten stelen, maar dit mislukt.
Er was één oude dienaar die wel terugkeerde naar zijn meester. Peter Pippeling hielp Voldemort aan een nieuw lichaam en voedde hem tot die tijd met slangengif om een embryonaal lichaam te kweken. Later doopt Pippeling hem zo in het bloed van zijn vijand Harry Potter, gemengd met botten van zijn vader en vlees van zijn dienaar. Na dertien jaar wachten heeft Voldemort eindelijk weer een lichaam.